Van Te Anau, via Catlins Coast, naar Dunedin

30 november 2017 - Dunedin, Nieuw-Zeeland

29 november: via Te Anau naar de Catlins Coast

Het leuke van een roadtrip is dat je niet zo snel mogelijk van A naar B wil komen, maar dat het afleggen van de route op zich al mooi is en vol dingen om te doen. Het vereist wel wat planning als er dingen bij zijn die je graag wil zien of doen. En het kost veel tijd. Vandaag zijn we bijvoorbeeld van 9 tot 9 onderweg geweest, puur door het doen van allerlei sidetrips. 

Vanuit Te Anau hebben we de Southern Scenic Route voortgezet. Allereerst het gebied Western Southland. Hier hebben we een aantal stopjes gedaan: de langste ‘suspension bridge’ van NZ, een aantal mooie uitkijkpunten en gemstone beach. Op gemstone beach ligt, de naam zegt het al, het hele strand vol met semi-edelstenen zoals quartz en jasper. De verzamelaar in me kwam hier weer boven en ik heb allemaal mooie steentjes verzameld (achteraf spijt dat ik niet meer verschillende heb meegenomen). Op dat moment hadden we geen idee hoe al die edelstenen eruit zien, dus. Aar een paar meegenomen die we er mooi vonden uitzien.kwam in me boven en heb allemaal mooie steentjes verzameld. Een ‘wat is wat’ flyer was handig geweest :p andere stops waren het bijna uitgestorven surfersdorpje Colak Bay (wel met een te gekke busstop, namelijk beschilderd met The Simpsons, Bert en Ernie, Southpark)en Riverton, waar allerlei retro cafeetjes en winkeltjes waren en als symbool een giant paua schelp langs de weg stond.

Daarna een stop in Invercargill, een wat groter stadje, maar niet erg sfeervol. Wel met een mooie watertoren en een hardware shop, E Hayes and Sons, waar je werkelijk alles kunt kopen op klus en huishoudelijk gebied). Tussen de schappen staan echter gewoon allerlei oldtime auto’s en motoren en de originele Fastest Indian Motor. Alsof het niks is staat daar voor miljoenen dollars te staan, voor iedereen gratis te bezichten. Ze vragen alleen een donatie voor het lokale hospice, en dat doen we dan ook. Langs de weg zien we een schattig geel klein caravannetje staan waar ze koffie verkopen met in de buurt een busje met achterin een Pakistaans vrouwtje die kersen verkoopt. Ze verkoopt ze per kilo maar als we vragen om een klein zakje schiet ze lichtelijk in de stress. Ondanks een kiloprijs en een weegschaal blokkeert ze helemaal als ze een prijs moet noemen. Uiteindelijk gaan we voor 2 dollar met een zakje kersen de auto weer in.

Daarna naar Oreti Beach. Sinds we in NZ zo’n mooie en grote schelpen gevonden hebben zijn we een beetje schelpennerds geworden. We hebben ergens gelezen dat je op dit strand vaak prachtige schelpen kunt vinden en we hebben onze zinnen gezet op een Paua schelp, een grote schelpensoort met een prachtige parelmoeren binnenkant, waar bijvoorbeeld sieraden van gemaakt worden. We struinen wat over het strand, kijken tussen zeewier. Ik vind wel wat leuke kleine schelpjes maar geen Paua. En dan vindt Jerome er gewoon een!!!! Op zijn kop op het strand. Een pracht exemplaar. Yes!!! Even kijken hoe we die heel thuis krijgen!

Volgende stop is Bluff / Stirling Point. Hier eindigt State Highway 1 die vanuit het noorden, Cape Reinga, naar het zuiden, Bluff loopt. Het verhaal gaat dat Bluff het zuidelijkste puntje NZ is, maar eigenlijk is dat Slope Point een stuk verder. Maar toch leuk om even met de bordjes met plaatsnamen en kilometers op de foto te gaan. Nog maar 4800 km tot de Zuidpool! 

Daarna rijden we het gebied Catlins Coast binnen via het plaatsje Fortrose en duurt het afleggen van afstanden veel langer. De weg is slingerend, er zitten kilometerslange stukken onverharde gravel road tussen etc. Dit maakt dat we vandaag niet alles hebben kunnen doen wat we wilden. NZ roads are different zeggen ze hier, en dat is zeker waar! 

De weg naar Slope Point is helaas dicht. Wel zien we de kenmerkende windswept bomen met alle takken en bladeren naar een kant zijn gewaaid. Wat we ook veel zien is de Catlins is wildlife, supergaaf!

Bij Waipapa point zien we zeeleeuwen op enkele meters afstand. Wat een grote beesten zijn dat! Als ze een beetje rechtp gaan zitten zijn ze zo groot als een mens. Bij Curio Bay / Purpoise Bay zien we hectordolfijntjes in de branding zwemmen. Nergens ter wereld komen deze zeldzame dolfijnen zo dicht aan de kustlijn als hier. Een paar zwemmers en een kayakker hebben de tijd van hun leven, de dolfijnen zwemmen spelend om hen heen. Verder zien we hier nog, omdat het eb is, petrified forest, een 280 miljoen jaar versteend bos. Lastig te ontcijferen, maar her en der zijn inderdaad houtstucturen te herkennen. Tevens komen hier in de schemering zeldzame pinguins terug vanuit de zee naar hun nest. Een aantal mensen komen hier zitten met een joekel van een telelens. Als wij er zijn is er nog geen pinguin te bekennen en we hebben helaas geen tijd lang te blijven plakken; we moeten nog een flink eind rijden en nog inchecken bij ons motel voordat de receptie straks gesloten is. Rond half 9 komen we aan in Owaka, het dorpje waar we verblijven, met maar liefsf 300 inwoners. Vader en moeder des huizes zijn even de schapen verderop voorzien van water, dus hun dochtertje doet open en brengt ons als een volleerd receptioniste alvast naar onze unit. Al snel komt toch de eigenaresse zelf aan. We vragen of in het dorpje nog iets te eten is maar het plaatselijk restaurantje en supermarktje zijn al dicht. Als het goed is is alleen de plaatselijke pub nog open dus snellen we daarheen. Buiten een tafel met plaatselijke locals die zich eentje komen drinken zitten wij er alleen. En gelukkig: eten kunnen we nog!

30 november: richtin Dunedin

Onze dag die zal leiden naar Dunedin beginnen we vandaag met een bezoek aan de Purakaunui falls, naar ze zeggen de meest gefotografeerde watervallen van NZ. Het zijn van die trapsgewijze watervallen, mooi! Daarna naar Jack’s Blowhole. Dit is een blowhole, een soort gat in de grond dat is ontstaan door het instorten van het plafond van een grot, 55meter diep en 200 meter van de zee, waar dus wel zeewater met een enorme kracht in stroomt. Machtig!

Daarna naar Surat Bay. Het eerste dat we zien als we hier aankomen is een boommet heel veel schoenen erin, waarbij we ons afvragen hoe die erin zijn gekomen. Zijn dit schoenen van de bewoners van de paar huisjes die hier liggen? Of van bezoekers? We wandelen de duinen in, ook hier heb je kans zeeleeuwen en zeehonden aan te treffen en te kunnen observeren vanuit de duinen. Helaas, ze zijn gevlogen. Vast werken ;-). Met een kilo zand in schoenen komen we bij de auto. Op een bankje ligt een soort schelp of een onderdeel van een krab met een soort smiley patroon. Supercute!

Daarna naar Nugget Point. Een prachtig pad leidt naar een vuurtoren, en beneden langs de rotsen liggen zeehonden. Je hoort en ziet ze goed. Blijft toch iedere keer geweldig om zoiets in het echt te zien. Bij Roaring Bay dat hier in de buurt ligt Ie je ook een bepaalde pinguinsoort terugkeren naar het nest. Hiervoor hebben ze een speciaal kijkhuisje aangelegd en na 3 uur mag je ook niet meer op het strand komen. Als de pinguins worden verstoord blijven ze in de zee en sterven hun jongen. Wij zijn op het verkeerde tijdstip na en zien er inderdaad geen.

Dan op richting het volgende grotere plaatsje, Balclutha. Ergens langs de weg ligt Sod Cottage, een soort oud gereconstrueerd huisje uit 1860.

We rijden bijna langs de weg voorbij, maar we gaan ook nog naar fossielen van walvissen en dolfijnen van 24miljoen jaar oud. In NZ staat werkelijk alles goed aangegeven, van wandelingen, tot verkeersborden, tot scenic routes en uitkijkpunten. Behalve dit. Ergens langs de weg staat een bordje weggemoffeld. Een of ander hekje leidt tot de fossielen, die achter glas staan op een hele vreemde plek. 

Dan echt door naar Dunedin, het einde van de middag nadert alweer.  Wij dachten altijd dat je het uitsprak als Djoendin, maar het is DoeNIEdin. We leren steeds bij. te Anau spraken we ook totaal verkeerd uit. En Lake Tekapo ook. Niet Tekaapoo, maar tekkapoo. Eerste rijden we naar Signal Hill, vanwaar je een mooi uitzicht hebt, en dan naar ons hotel, dat aan de rand van het centrum ligt. We krijgen een upgrade van een studio naar een one bedroom apartment en een code voor gratis highspeed wifi. Nice! Het ruikt er enigszins naar natte hond maar voor de rest meer dan prima! Ontbijt ligt in de koelkast, bij het inchecken vroeg de eigenaar welk brood we wilden en we kregen een pakje in onze handen met 4 boterhammen :D

Dunedin was makkeljk te voet te verkennen en een leuke stad. Een studentenstad met een Schots tintje. Verder een mooi treinstation, een kathedraal, een plein in de vorm van een Octagon waar veel terrasjes en restaurantjes liggen, Stuart Street met leuke winkeltjes en koffiezaakjes. Veel streetart ook, altijd leuk. We eindigen bij Vault21, een heel druk hip Aziatisch restaurant in het Octagon wat ook erg lekker was. We merken dat we steeds beter worden in de standaard begroeting hier. Iedereen, of je die persoon nu op straat tegenkomt of de caissiere in de supermarkt, zegt: Hi, how are you? Je bent geneigd daar wat uitgebreider op te antwoorden, maar we hebben gemerkt dat het de bedoeling is dat je snelzegt; Good, of not too bad, how are you? De ‘tegenpartij’ geeft dan hetzelfde antwoord en dan over tot de orde van de dag, de vraag die je wilde stellen, het bedrag dat je moet afrekenen etc. Andere omgangsvormen dan in Nederland, maar we leren het wel!

Foto’s

2 Reacties

  1. Ans en William Dassen:
    30 november 2017
    En weer prachtige foto's bij dat leuke verhaal! Jullie zien toch elke dag geweldig leuke en nieuwe dingen!
    Hebben jullie een extra koffer meegenomen voor jullie schelpen en mineralen?
  2. Astrid Schmeits:
    3 december 2017
    Mooie foto's! Dit is toch een prachtige reis om nooit te vergeten! Nog effe en dan is het weer voorbij....geniet nog van jullie laatste dagen... ( steentje ook voor Assie?)😂😘